NATO mars

Joint Force Command March

Componist: Hans van der Heiden

Titel: Joint Force Command March

Mars van het OOCL

D.I.C.O. - mars

De 4e Brigade

5e Infanterie Brigade

Reünisten mars

Leve de stafmuziek!

MILVA Mars

De MILVA (Militaire Vrouwenafdeling) werd op 30 oktober 1951 opgericht bij Koninklijk Besluit, waarbij het Vrouwen Hulpkorps (VHK) en het Nederlands Verpleegsterskorps der Landmacht (NVKL) werden opgeheven. Het personeel van deze korpsen kon per 1 juli 1952 overstappen naar de MILVA. Het doel van de MILVA was om vrouwen een actieve rol te geven binnen de krijgsmacht, aanvankelijk in ondersteunende functies zoals administratie, communicatie en logistiek. Na de oprichting groeide de MILVA uit tot een belangrijk onderdeel van de krijgsmacht, waar vrouwen bijdroegen aan nationale en internationale operaties. Hiermee werd de rol van vrouwen binnen de Nederlandse krijgsmacht verder geformaliseerd en uitgebreid, wat uiteindelijk leidde tot hun volledige integratie in 1982.

Camp de Zeist

Na de Franse tijd werd in 1818 een terrein bij Soesterberg ingericht voor militaire oefeningen. In de zomermaanden verrezen hier tentenkampen waar soldaten tijdelijk verbleven. Dit kamp, geïnspireerd op het Franse Camp d’Utrecht uit 1804, stond aanvankelijk bekend als het Kampveld bij Zeist. Op 4 september 1853 kreeg het officieel de naam "Kamp bij Zeist", later in de volksmond verbasterd tot "Kamp van Zeist", hoewel slechts een klein deel daadwerkelijk op Zeister grondgebied lag.

Het kamp was ongeveer vier kilometer lang en gemiddeld zevenhonderd meter breed. Er werden vierentwintig waterputten gegraven, één voor elk bataljon. Op het kamp werden troepen samengebracht die normaal verspreid waren over kleine garnizoenen om te trainen. Tijdens de oefeningen vonden uiteenlopende activiteiten plaats, zoals marsen, schietoefeningen en manoeuvres. Kamp Zeist fungeerde als ontmoetingsplek voor verschillende regimenten en bevorderde de samenwerking binnen het leger. Hoogtepunt was het jaarlijkse defilé tijdens het koninklijk bezoek en de viering van de verjaardag van de koning.

Souvenir du Camp de Zeist

Huldigingsmarsch

Bronbeek defileermars

Korpslied van het V.L.K. Luchtwachtdienst 

Marslied 7 december

Luitenant-Generaal Snijders-Marsch

Luitenant-kolonel Cornelis Jacobus Snijders had een belangrijke rol als inspecteur der infanterie, een functie die hij bekleedde voordat hij uiteindelijk opperbevelhebber werd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn tijd als inspecteur der infanterie viel in een periode waarin het Nederlandse leger zich aanpaste aan moderne ontwikkelingen in oorlogvoering, hoewel Nederland tijdens deze jaren niet actief betrokken was bij grote oorlogen.

Als inspecteur der infanterie was hij verantwoordelijk voor het toezicht op de infanterietroepen, de kern van het Nederlandse leger. Deze functie omvatte het verbeteren van de opleiding, het toezicht houden op tactieken en strategieën, en het verzekeren van de algehele paraatheid van de infanterie-eenheden. De inspecteur der infanterie speelde een cruciale rol in de modernisering van de troepen, vooral in het licht van de veranderingen in oorlogvoeringstechnologie en tactieken in de vroege 20e eeuw.

Snijders’ werkzaamheden als inspecteur der infanterie maakten hem hoogstwaarschijnlijk een belangrijke invloedrijke figuur, wat ertoe kan hebben geleid dat een mars aan hem werd opgedragen. Zijn werk zou de infanterie hebben voorbereid op de uitdagingen die Nederland zou kunnen tegenkomen, hoewel het land uiteindelijk tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal bleef.

Generaal Snijders Marschlied

Cornelis Jacobus Snijders (1852-1939) was een Nederlandse generaal die tijdens de Eerste Wereldoorlog de opperbevelhebber van het Nederlandse leger was. In de jaren vóór zijn aanstelling als opperbevelhebber diende hij onder andere als officier bij de artillerie en inspecteur der infanterie. Na een lange loopbaan, waarin hij verschillende hoge functies bekleedde, werd hij in 1914 benoemd tot opperbevelhebber van het Nederlandse leger. In die rol was hij verantwoordelijk voor de algehele mobilisatie en de defensieve voorbereidingen van Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Hulde aan Generaal Winkelman

Generaal Henri Winkelman (1876–1952) was tijdens de Duitse inval in mei 1940 opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten. Hij speelde een cruciale rol in de verdediging van Nederland tijdens de Slag om Nederland in de Tweede Wereldoorlog.

Winkelman begon zijn militaire carrière aan de Koninklijke Militaire Academie en bekleedde daarna diverse functies binnen de Nederlandse krijgsmacht. In 1934 werd hij benoemd tot luitenant-generaal. Hoewel hij in 1938 met pensioen ging, werd hij in 1939 teruggeroepen vanwege de toenemende dreiging van een Duitse invasie.

Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. Winkelman stond voor de zware taak om het slecht uitgeruste Nederlandse leger te leiden tegen de moderne Wehrmacht. Ondanks hevige weerstand in onder andere Rotterdam en langs de Grebbelinie werd Nederland na het bombardement op Rotterdam op 14 mei gedwongen tot capitulatie.

Op 15 mei 1940 tekende Winkelman namens Nederland de overgave in Rijsoord, bij Rotterdam. Met deze beslissing wilde hij verdere vernietiging en burgerslachtoffers voorkomen. Na de capitulatie bleef hij aanvankelijk in Nederland, waar hij zich kritisch uitliet over de Duitse bezetting. In 1940 werd hij door de bezetter gevangengenomen en naar Duitsland overgebracht. Daar bleef hij tot het einde van de oorlog in krijgsgevangenschap.

Na zijn vrijlating keerde Winkelman terug naar Nederland, waar hij een teruggetrokken leven leidde tot zijn overlijden in 1952.

Overste Mazel Mars

Kolonel Boellaard Marsch

Componist: Jan Roelof van der Glas

De Kolonel Boellaard Mars is een mars die waarschijnlijk vernoemd is naar Willem Hendrik Cornelius Boellaard (1853-1935). Deze Nederlandse kolonel organiseerde in 1891 en in 1910 en 1911 diverse militaire taptoes en (muziek)feesten. Boellaard was de vader van Pim Boellaard, een verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog.

Opname of bladmuziek nog niet gevonden.

Groep De Nes Marsch

Het militair Strijkorkest Groep "De Nes" bestond uit dienstplichtig militairen en gaf begin 20e eeuw wekelijks uitvoeringen op verschillende forten, behorend onder de Groep "De Nes", mits de dienst zulks toelaat. De leden van dit strijkje beijveren zich mede een aangename stemming te onderhouden bij de militairen van hun Groep, welke onder bevel staat van Luitenant-Kolonel J.C. Sommer. 

Verenigingsmarsen

Veteranenmars

B.N.M.O.-Mars

Ons Leger

Deze mars is geschreven voor de Nederlandse Vereeniging "Ons Leger", tegenwoordig de Koninklijke Nederlandse Vereniging Ons Leger. Deze is opgericht in 1912 en benadrukt waar het ook maar kan dat we een krijgsmacht nodig hebben met gemotiveerd personeel en met de juiste uitrusting om het eigen grondgebied en dat van alle NAVO-partners te beschermen en de rechtsorde en stabiliteit de wereld te bevorderen.

Ons Leger

Vóór 1814, marsen van het Staatse Leger

Marsch van de erfprins

De zes marsen van componist J.G. Meder uit circa 1794 zijn opgedragen aan de garnizoensregimenten Oranje-Nassau en Le Prince Héréditaire, die in Amsterdam gelegerd waren. De marsen ontstonden in een periode van grote onrust, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich verdedigde tegen de oprukkende Franse revolutionaire legers. Erfprins Willem Frederik, later koning Willem I, was erekolonel van het regiment Le Prince Héréditaire. 

Marsch nr. 2

In 1794 was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden verwikkeld in een crisis. De Franse revolutionaire legers rukten vanuit het zuiden snel op en brachten grote militaire druk teweeg. Tegelijkertijd zorgden binnenlandse spanningen tussen patriotten, die meer democratische hervormingen wilden, en orangisten, die de macht van de stadhouder wilden behouden, voor politieke onrust. Amsterdam, als belangrijke handels- en bestuursstad, was een strategisch knooppunt waar het garnizoensleger een dubbele taak had: het verdedigen van de stad tegen een mogelijke Franse aanval en het handhaven van de orde binnen de eigen grenzen. De garnizoensregimenten Oranje-Nassau en Le Prince Héréditaire waren cruciaal in deze periode van onzekerheid en politieke verdeeldheid.

Marsch van Prins Eugenius

Prins Eugenius van Savoye had een complexe relatie met Nederland. Hij kan worden beschouwd als een bondgenoot van de Republiek in zijn strijd tegen de gemeenschappelijke vijand, Frankrijk, vooral tijdens de Spaanse Successieoorlog. Samen met de Engelse hertog van Marlborough speelde Eugenius een belangrijke rol in de militaire samenwerking tussen de Habsburgse monarchie, Engeland, en de Nederlandse Republiek, met als doel de Franse expansie onder Lodewijk XIV te stoppen.

Eugenius was dus een bondgenoot van de Nederlanden in deze oorlog, vooral gezien hun gedeelde belangen in het behouden van de balans van macht in Europa. Met name tijdens veldslagen zoals de Slag bij Blenheim (1704) vocht hij aan de zijde van de Republiek tegen de Fransen. Hij was echter niet altijd direct betrokken bij de Nederlanden, aangezien hij ook verantwoordelijk was voor het Habsburgse leger in andere delen van Europa, zoals in Hongarije tegen de Turken.

Zijn rol als gouverneur van de Oostenrijkse Nederlanden vanaf 1713 was meer symbolisch dan actief, omdat hij het bestuur grotendeels aan anderen overliet. Zijn benoeming tot gouverneur was een erkenning voor zijn militaire verdiensten, maar zijn invloed op Nederland bleef beperkt tot de gezamenlijke oorlogsinspanningen tegen Frankrijk.

Deze mars was in gebruik bij het Nederlandsche leger tijdens de Spaanse successie-oorlog 1702-1713.

Marsch van Prins Eugenius II

Deze mars was in gebruik bij het Nederlandsche leger tijdens de Spaanse successie-oorlog 1702-1713.

Marsch van Marlborough

De mars is opgedragen aan John Churchill, hertog van Marlborough, een van de meest vooraanstaande militaire leiders van het begin van de 18e eeuw. Marlborough verwierf internationale faam door zijn militaire strategieën tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701–1714), waarin hij de geallieerde troepen van Engeland, de Nederlandse Republiek (met generaal Menno van Coehoorn) en het Habsburgse Rijk naar enkele doorslaggevende overwinningen leidde. Hij stond aan het hoofd van de gezamenlijke strijdkrachten en voerde grote veldslagen op het Europese vasteland, zoals de Slag bij Blenheim (1704), de Slag bij Ramillies (1706), de Slag bij Oudenaarde (1708) en de Slag bij Malplaquet (1709), waarbij hij de Franse troepen onder leiding van Lodewijk XIV zware nederlagen toebracht. Deze veldtochten waren cruciaal voor het keren van de Franse expansie en versterkten de alliantie tussen de betrokken mogendheden, waarmee ze een belangrijk hoofdstuk in de Europese geschiedenis schreven.

De mars bevat het lied "Marlborough s'en va-t-en guerre," dat ontstond tijdens de Spaanse Successieoorlog, toen Marlborough een sleutelrol speelde in de militaire conflicten. Dit deuntje, dat al snel populair werd, vooral in Frankrijk, zou later evolueren tot de welbekende melodie van "For He's a Jolly Good Fellow."

Deze mars was in gebruik bij het Nederlandsche leger tijdens de Spaanse successie-oorlog 1702-1713.

Marsch van Oxenstierna